Statuten
Vereniging
Kring van Hoofdredacteuren hoger hbo- en universitaire uitgaven
Gevestigd in de gemeente: ………Utrecht……
Artikel 1 Naam, zetel en duur van de vereniging
Lid 1
De vereniging draagt de naam: ‘ Kring van Hoofdredacteuren hoger hbo- en universitaire uitgaven’……
‘en is gevestigd in de gemeente: Utrecht
Lid 2
De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd.
Artikel 2 Doel van de vereniging
Lid 1
De vereniging stelt zich ten doel:
Het bevorderen van de onafhankelijke universitaire journalistiek, bevorderen professionalisering uitgaves, kennisverbreding en / uitwisseling, uitwisselen journalistieke producties, belangenbehartiging, gemeenschappelijk aanspreekpunt…
Lid 2
De vereniging tracht dit doel te bereiken onder meer door:
- Het jaarlijks organiseren van een kringcongres voor alle redacties van de aangesloten uitgaves waar op diverse wijzen kennis en kunde van redacties wordt versterkt en geprofessionaliseerd. Verder worden daar prijzen uitgereikt voor de beste producties van het afgelopen jaar.
- Minimaal één keer per jaar vindt een bijeenkomst plaats van de hoofdredacteuren (of plaatsvervanger) van de uitgaves voor bespreken voortgang vereniging, inhoudelijke uitwisseling organisatie en opzetten gezamenlijke activiteiten.
Artikel 3 Lidmaatschap van de vereniging
Lid 1
De vereniging bestaat uit natuurlijke personen. Als lid worden door het bestuur toegelaten personen die leiding geven aan een onafhankelijke uitgave van hogeschool of universiteit en bereid zijn tot betaling van de jaarlijkse contributie. De tekst van dit formulier is opgesteld door het bestuur van de vereniging.
Lid 2
Als lid kunnen toetreden alle onafhankelijke uitgaves van hogescholen en universiteiten.
Lid 3
Het bestuur beslist binnen een maand na aanmelding of een kandidaat voldoet aan de door de vereniging gestelde eisen.
Lid 4
Het bestuur houdt een register bij. Hierin zijn de namen en adressen van alle leden opgenomen. Op de website van de Kring staan alle leden vermeld.
Lid 5
Per medium kan slechts één stem worden uitgebracht.
Lid 6
De leden zijn verplicht het doel van de vereniging zo veel mogelijk te bevorderen en de statuten en reglementen van de vereniging na te leven.
Artikel 4 Einde van het lidmaatschap van de vereniging
Lid 1
Het lidmaatschap eindigt:
– door opzegging van het lid;
– door opzegging door de vereniging; dit kan geschieden wanneer een lid niet langer aan de statutaire vereisten voldoet, of wanneer redelijkerwijze niet langer van de vereniging kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren, bijvoorbeeld door wanbetaling;
– door ontzetting uit het lidmaatschap.
Lid 2
Opzegging door de vereniging geschiedt door het bestuur.
Lid 3
a) Het verenigingsjaar is gelijk aan het kalenderjaar
b) Opzegging door het lid of door de vereniging kan slechts geschieden tegen het einde van het verenigingsjaar. Er dient een opzeggingstermijn van vier weken in acht te worden genomen. Het lidmaatschap kan echter onmiddellijk worden beëindigd indien van de vereniging of van het lid redelijkerwijze niet kan worden gevergd het lidmaatschap voort te laten duren.
Lid 4
Een opzegging die niet voldoet aan het laatstgenoemde criterium van artikel 4 lid 3 doet het lidmaatschap beëindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waarop is opgezegd.
Lid 5
Door de opzegging van zijn lidmaatschap kan een lid niet een besluit te zijnen opzichte uitsluiten waarbij de geldelijke verplichtingen van de leden zijn verzwaard.
Lid 6
Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt schriftelijk door het bestuur.
Lid 7
Leden kunnen door het bestuur uit het lidmaatschap worden ontzet:
Wegens het overtreden van de statuten of de reglementen van de vereniging.
b. Wegens het handelen in strijd met enig besluit van de vergadering of het bestuur, mits zodanig besluit ter kennis is gebracht van de leden of van het desbetreffende lid in het bijzonder.
c. Wegens het handelen in strijd met het doel en/of de belangen van de vereniging.
d. Wegens het onredelijk benadelen van de vereniging.
e. Wegens het niet voldoen van de contributie
Lid 8
Het bestuur besluit over een ontzetting van een lid uit het lidmaatschap:
a. Op eigen initiatief.
b. Op schriftelijk verzoek van tenminste drievierde van de leden.
Lid 9
Ten spoedigste nadat tot ontzetting is besloten, geeft het bestuur betrokkene door middel van een aangetekend schrijven hiervan kennis, met opgave van redenen.
Lid 10
Binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving, bedoeld in het vorige lid, kan de betrokkene beroep instellen bij de algemene ledenvergadering. De betrokkene dient daartoe een met redenen omkleed beroepschrift in te dienen bij de secretaris.
Lid 11
De algemene ledenvergadering wordt bijeengeroepen binnen één maand na ontvangst van het beroepschrift bedoeld in het vorige lid.
Lid 12
De beslissing van de algemene ledenvergadering op een beroepschrift wordt binnen één week, nadat de betreffende vergadering heeft plaatsgehad, schriftelijk aan de betrokkene medegedeeld.
Lid 13
In geval van ontzetting eindigt het lidmaatschap op de dag waarop de beslissing door het bestuur wordt genomen, zodat betrokkene vanaf dat tijdstip alle rechten verliest die aan het lidmaatschap zijn verbonden.
Lid 14
Indien de algemene ledenvergadering besluit tot intrekking van het besluit tot ontzetting wordt het lidmaatschap geacht zonder onderbreking te hebben voortgeduurd.
Lid 15
Als het lidmaatschap eindigt in de loop van een verenigingsjaar, blijft toch de jaarlijkse bijdrage voor het gehele jaar verschuldigd.
Artikel 5. Het bestuur van de vereniging
Lid 1
Het bestuur bestaat uit tenminste drie en ten hoogste vijf personen. Deze worden door de algemene ledenvergadering uit de leden benoemd.
Lid 2
De benoeming geschiedt op voordracht van de ledenvergadering of het bestuur.
Lid 3
De voordracht voor een nieuw bestuurslid moet door ten minste de helft +1 van de leden worden goedgekeurd.
Artikel 6. Duur en beëindiging van het bestuurslidmaatschap
Lid 1
Elk bestuurslid kan te allen tijde door de algemene ledenvergadering worden ontslagen of geschorst. Dit geldt ook als het bestuurslid voor een bepaalde tijd is benoemd. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag uit de bestuursfunctie, eindigt door het verloop van die termijn.
Lid 2
Elk bestuurslid treedt uiterlijk drie jaar na zijn benoeming af, volgens een door het bestuur te maken rooster van aftreding. De aftredende is herkiesbaar. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in.
Lid 3
Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts:
- door beëindiging van het lidmaatschap van de vereniging;
- door bedanken voor de bestuursfunctie.
Artikel 7. Bestuursfuncties en besluitvorming van het bestuur
Lid 1
Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan. Deze vormen tezamen het dagelijks bestuur van de vereniging. Het bestuur kan voor elk van hen een plaatsvervanger aanwijzen. Een bestuurslid kan meer dan één functie bekleden.
Lid 2
De secretaris maakt notulen van het verhandelde in elke bestuursvergadering. De voorzitter en de secretaris stellen deze notulen vast en ondertekenen ze. In afwijking van hetgeen de wet dienaangaande bepaalt, is het oordeel van de voorzitter ten aanzien van de verslaglegging en de vaststelling daarvan niet bindend.
Lid 3
Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regelingen met betrekking tot de vergaderingen en de besluitvorming van het bestuur worden gegeven.
Artikel 8. Bestuurstaken en vertegenwoordiging
Lid 1
Behoudens de beperkingen die volgen uit de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging.
Lid 2
Het bestuur blijft bevoegd als het aantal bestuursleden beneden de drie is gedaald. Het bestuur is dan wel verplicht zo spoedig mogelijk een algemene ledenvergadering te beleggen, waarin de voorziening in de opengevallen plaats(en) aan de orde komt.
Lid 3
Het bestuur is bevoegd onder haar verantwoordelijkheden bepaalde taakonderdelen uit te laten voeren door commissies die door het bestuur zijn benoemd.
Lid 4
Het bestuur behoeft goedkeuring van de algemene ledenvergadering voor het besluiten tot:
– het aangaan van rechtshandelingen en het verrichten van investeringen waarvan de financiële consequenties niet door de begroting zijn gedekt. Dit geldt onverminderd het in de overige delen van artikel 8 lid 4 bepaalde;
– het huren, verhuren of op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen en geven van onroerende goederen;
– het aangaan van overeenkomsten, waarbij aan de vereniging een bankkrediet wordt verleend;
– het ter leen verstrekken van gelden en het ter leen opnemen van gelden, waaronder niet is begrepen het gebruikmaken van een aan de vereniging verstrekt bankkrediet;
– het aangaan van dadingen;
– het optreden in rechte, waaronder begrepen het voeren van arbitrale procedures. Hiervan zijn uitgezonderd het nemen van conservatoire maatregelen of andere rechtsmaatregelen die geen uitstel kunnen lijden.
Lid 5
Besluiten waarin goedkeuring wordt verleend voor de in artikel 8 lid 4 bedoelde rechtshandelingen behoeven tenminste drievierde van de uitgebrachte stemmen in een algemene ledenvergadering waarbij tenminste tweederde van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd is. Als niet tweederde van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd is, dan wordt binnen vier weken een tweede vergadering bijeen geroepen en gehouden. In deze tweede vergadering kan over het voorstel, zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, worden besloten, ongeacht het aantal tegenwoordige of vertegenwoordigde leden. Wel blijft de eis van een meerderheid van drievierde van de uitgebrachte stemmen van kracht.
Lid 6
Tot de taak van het bestuur behoort onder meer:
– het uitvoeren van besluiten van de algemene ledenvergadering en besluiten van het bestuur zelf;
– het opstellen van de stukken zoals in artikel 9 lid 3 bedoeld;
– het bemiddelend en regelend optreden in die gevallen waarin het belang van de vereniging of van de leden dat naar het oordeel van het bestuur vergt;
– het inschrijven van de vereniging in het register van de Kamer van Koophandel waaronder de plaats van vestiging valt.
Lid 7
De vereniging wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door het bestuur. Bovendien kan de vereniging in en buiten rechte worden vertegenwoordigd door de voorzitter en de secretaris of hun plaatsvervanger(s), mits gezamenlijk handelende.
Artikel 9. Jaarverslag, rekening en verantwoording
Lid 1
Het verenigingsjaar loopt van 1 januari t/m 31 december.
Lid 2
Het bestuur is verplicht zodanig aantekening van de vermogenstoestand van de vereniging te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
Lid 3
Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, een jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de vergadering over. In deze of een eerdere vergadering wordt tevens de begroting voor het aangevangen of het komende boekjaar ter goedkeuring aan de vergadering voorgelegd. Deze stukken worden ondertekend door de bestuurders; ontbreekt de ondertekening van één of meer hunner, dan wordt daar onder opgave van redenen melding van gemaakt. Na verloop van de termijn kan ieder lid van de gezamenlijke bestuurders in rechte vorderen dat zij deze verplichtingen nakomen.
Lid 4
De algemene ledenvergadering benoemt jaarlijks uit de leden een commissie van ten minste twee personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. Deze commissie onderzoekt de rekening en verantwoording die door het bestuur wordt afgelegd en brengt de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit.
Lid 5
Als dit onderzoek bijzondere boekhoudkundige kennis vereist, kan de commissie zich door een deskundige laten bijstaan. Het bestuur is verplicht de commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage in de boeken en bescheiden van de vereniging te verschaffen.
Lid 6
De commissie kan alleen door de algemene ledenvergadering van haar taak worden ontheven, maar uitsluitend door de benoeming van een nieuwe commissie met dezelfde taak.
Lid 7
Het bestuur is verplicht de in lid 2 en 3 van dit artikel bedoelde bescheiden tien jaar lang te bewaren.
Artikel 10. Algemene ledenvergadering
Lid 1
Alle bevoegdheden die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen komen aan de algemene ledenvergadering toe.
Lid 2
Ieder jaar wordt uiterlijk zes maanden na afloop van het verenigingsjaar een algemene ledenvergadering gehouden. In deze vaste jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
– de begroting;
– het jaarverslag, de rekening en verantwoording als bedoeld in artikel 9 met het verslag van de daar omschreven commissie;
– de benoeming van een commissie als in artikel 9 omschreven voor het komende verenigingsjaar;
– voorziening in andere vacatures;
– voorstellen van bestuur of leden, aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering.
Lid 3
Andere algemene ledenvergaderingen worden gehouden zo dikwijls als het bestuur dit wenselijk acht.
Lid 4
Het bestuur is verplicht tot het bijeenroepen van een algemene ledenvergadering binnen een termijn van vier weken op schriftelijk verzoek van minimaal een tiende deel van de stemgerechtigde leden. Als aan dit verzoek binnen veertien dagen geen gevolg is gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig artikel 14 of een advertentie in tenminste één ter plaatse veel gelezen dagblad.
Artikel 11. Toegang tot vergaderingen en stemrecht
Lid 1
Alle leden van de vereniging hebben toegang tot de algemene ledenvergadering. Geschorste (bestuurs)leden hebben geen toegang, met uitzondering van de vergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld.
Lid 2
Over toelating van anderen dan in artikel 11 lid 1 bedoeld beslist de algemene ledenvergadering.
Lid 3
Met inachtneming van artikel 3 lid 5 beschikt ieder lid dat niet is geschorst over één stem.
Lid 4
Een lid kan zijn stem via een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid uitbrengen.
Artikel 12. Voorzitterschap en notulen
Lid 1
De algemene ledenvergaderingen worden geleid door de voorzitter van de vereniging of diens plaatsvervanger. Ontbreken deze dan treedt één van de andere bestuursleden op als voorzitter. Het bestuur wijst deze persoon aan. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering zelf in een voorzitter.
Lid 2
Van het verhandelde in elke vergadering worden notulen gemaakt door de secretaris of een ander door de voorzitter daartoe aangewezen persoon. Deze notulen worden in de eerstvolgende vergadering vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en notulist ondertekend. De inhoud van de notulen wordt ter kennis van de leden gebracht.
Artikel 13. Besluitvorming algemene ledenvergadering
Lid 1
Het in de algemene ledenvergadering door de voorzitter uitgesproken oordeel dat door de vergadering een besluit is genomen is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
Lid 2
Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het in artikel 13 lid 1 bedoelde oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats als de meerderheid van de vergadering dit verlangt of (wanneer de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk plaatsvond) als één stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
Lid 3
Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de vergadering genomen met volstrekte meerderheid van stemmen.
Lid 4
Blanco stemmen worden beschouwd als niet uitgebracht.
Lid 5
Als bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid van de stemmen heeft gekregen, vindt een tweede stemming plaats. In geval van een bindende voordracht vindt een tweede stemming tussen de voorgedragen kandidaten plaats. Als dan weer niemand de volstrekte meerderheid van de stemmen krijgt, vinden herstemmingen plaats totdat één persoon de volstrekte meerderheid heeft gekregen of totdat er tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. In dat geval beslist het lot. Bij bedoelde herstemmingen (waaronder niet de tweede stemming is begrepen) wordt telkens gestemd tussen personen waarop bij voorgaande stemmingen is gestemd. Degene op wie bij de voorafgaande stemming de minste stemmen zijn uitgebracht, valt steeds af. Is bij de voorgaande stemming op meer dan één persoon het minste aantal stemmen uitgebracht, dan wordt door loting uitgemaakt op wie er niet meer kan worden gestemd.
Lid 6
Als de stemmen staken over een voorstel, niet rakende de verkiezing van personen, dan is dat voorstel verworpen.
Lid 7
Alle stemmingen vinden mondeling plaats, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden dit voor de stemming verlangt. Schriftelijke stemming vindt plaats door middel van niet ondertekende, gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde aanwezige hoofdelijke stemming verlangt.
Lid 8
Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een reglementaire vergadering bijeen, heeft dezelfde kracht als een besluit van de algemene ledenvergadering.
Lid 9
Zolang in een algemene ledenvergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen. Dit geldt ook als geen oproeping heeft plaatsgevonden of deze niet op de voorgeschreven wijze is geschied, of enig ander voorschrift omtrent het oproepen of het houden van vergadering niet in acht is genomen. Ook voorstellen tot statutenwijziging of ontbinding kunnen dus in een dergelijke vergadering worden behandeld.
Artikel 14. Bijeenroepen algemene ledenvergadering
Lid 1
De algemene ledenvergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt schriftelijk, geadresseerd aan de leden conform het ledenregister, zoals dat is omschreven in artikel 3. De termijn voor de oproeping bedraagt ten minste zeven dagen.
Lid 2
Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het bepaalde in artikel 16.
Artikel 15. Jaarlijkse bijdrage
Lid 1
De leden zijn gehouden tot het betalen van de jaarlijkse bijdrage zoals die door de algemene ledenvergadering wordt vastgesteld.
Lid 2
Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen te besluiten tot gehele of gedeeltelijke ontheffing van deze betalingsverplichting.
Lid 3
De bijdrage moet ieder jaar voor 1 februari van het lopend jaar worden voldaan op een door het bestuur aan te geven wijze.
Artikel 16. Statutenwijziging
Lid 1
In de statuten kan geen wijziging worden aangebracht anders dan door een besluit van de algemene ledenvergadering. Deze moet dan zijn opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
Lid 2
Zij die de oproeping tot de algemene ledenvergadering als bedoeld in artikel 16 lid 1 hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen voor de vergadering een afschrift van het wijzigingsvoorstel ter inzage leggen. Dit moet gebeuren op een daartoe geschikte plaats en de inzage moet duren tot na afloop van de dag waarop de vergadering is gehouden. Bovendien moet een afschrift van het wijzigingsvoorstel aan alle leden worden gezonden.
Lid 3
Voor een besluit tot statutenwijziging is ten minste drievierde van de uitgebrachte stemmen nodig, in een vergadering waar ten minste tweederde van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd is. Is dit laatste niet het geval, dan wordt binnen vier weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden met inachtneming van het bepaalde in artikel 14. In deze tweede vergadering kan dan over het wijzigingsvoorstel een beslissing worden genomen, ongeacht het aantal tegenwoordige of vertegenwoordigde leden, mits een meerderheid van ten minste drievierde van de uitgebrachte stemmen wordt gehaald.
Lid 4
Een statutenwijziging treedt pas in werking nadat daarvan notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van deze akte is ieder bestuurslid bevoegd.
Lid 5
Een voorstel tot statutenwijziging kan ook worden aangenomen in een vergadering als bedoeld in artikel 13 lid 9.
Artikel 17. Ontbinding
Lid l
De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene ledenvergadering. Het bepaalde in artikel 16 lid l, 2 en 3 en artikel 13 lid 9 is van overeenkomstige toepassing.
Lid 2
Het eventuele batige saldo na vereffening vervalt aan degenen die ten tijde van het besluit tot ontbinding lid waren. Ieder van hen ontvangt een gelijk deel. Bij het besluit tot ontbinding kan echter ook een andere bestemming aan dit saldo worden gegeven.
Artikel 18. Huishoudelijk reglement
Lid 1
De algemene ledenvergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen.
Lid 2
Dit reglement mag niet in strijd zijn met de wet noch met de statuten, tenzij de afwijking door de wet of door de statuten wordt toegestaan.